Chitwan National Park- Tharu village

26 april 2017 - Pumdi Bhumdi, Nepal

Het is 04:50 als onze wekker afgaat. Onze rugzakken zijn gisteren al ingepakt. Onze “driver” staat buiten op ons te wachten. Er is haast geboden. Dit alles vanwege the Road to Chitwan. Vanuit Kathmandu loopt de “highway” naar Chitwan national park maar vanwege wegwerkzaamheden is op dit moment een gedeelte van  de weg afgesloten tussen 10:00 en 16:00 iedere dag. Het is dus zaak dat we voor die tijd aan het slechte stuk van de weg begonnen zijn. Deze, toch al slechte weg, is ten prooi gevallen aan landslides vanwege het regenweer van de laatste weken. Enorme massa’s grond (soms inclusief bomen en huizen) komen van hoger gelegen delen omlaag schuiven. Als je niet voor 10:00 op het beruchte stuk weg bent, mag je tot 16:00 wachten voordat je weer verder kunt rijden. De chauffeur knoopt onze rugzakken, ingepakt in een stuk zeil, op de imperiaal van zijn jeep stevig vast. Het ochtend verkeer vanuit Kathmandu is al stevig op gang gekomen. Bumper aan bumper, stapvoets rijdend door de stoffige straten buiten de stad wordt het povere asfalt ingeruild voor stenen en modder die door het jarenlange aanrijden enigszins berijdbaar zijn. Dit geldt zeker niet voor de hele rit, het wordt mede gezien onze fysieke toestand afzien. Onze buiken laten ons nog steeds niet met rust en met momenten voelen we ons moe en futloos. Het meeste verkeer op deze weg bestaat uit vrachtverkeer, bot versierde vrachtauto’s voorzien van de meest boeiende geschilderde teksten. Roadking, Roadmaster etc. konden e al van onze Nederlandse tuckers. Het zijn vooral de westerse teksten die interessant zijn. Populair zijn Nike en Adidas, Volvo, Sports. Deze doen vermoeden dat de truck in kwestie een unieke en speciale uitgave is. Het grootste gedeelte van de weg volgt de rivier die zich een weg door het berglandschap kronkelt. Langs de rivier die bruin-grijs gekleurd is van het zand die hij meesleurt. Typisch Aziatische terrassen met af en toe een hutje.

Plots staat alles stil en mensen stappen uit en lopen (sommigen rennen) naar voren. Dit is niet goed en doet het ergste vermoeden. Rami stapt ook uit om polshoogte te nemen en komt korte tijd later licht paniekerig terug met het slechte nieuws dat er een ongeluk gebeurd is. Ramptoerisme is hier de gewoonste zaak van de wereld, ook onze chauffeur gaat een kijkje nemen. Bij terugkomst toont hij trots de foto’s van de frontaal gecrashte auto’s. Ik loop mee naar voeren en zie een flinke mensenmassa. Niemand doet iets en de blokkade wordt er alleen maar groter op. Rami komt terug en maant ons in te stappen, hij heeft vertelt dat onze youngboy sick is en we rijden langs alle stilstaande auto’s die achter het ongeluk aangesloten zijn. We halen alle auto’s in en staan in het “episch centrum” van deze ellende. Geüniformeerde mannen zijn intussen gearriveerd en laten de eerste auto’s door. We moeten nog 7 kilometer rijden en hebben nog 20 minuten voordat we op het beruchte stuk weg zijn. Net voordat we bij het punt aankomen, nemen we afscheid van Rami. Hij gaat van hierruit naar Pokhara, zijn woonplaats. Het zal wennen zijn om zonder hem verder te reizen maar we zien hem weer naar Pokhara. De weg waar de werkzaamheden plaats vinden, is 35 kilometer lang. Opeens zijn we in een aflevering van gevaarlijkste wegen terecht gekomen. Modder en kuilen domineren de weg. We voelen ons veilig in de jeep die duidelijk gemaakt is voor dit zware werk. Onderweg passeren we gewone passagierswagens en zelfs scooters. Voor hun is de reis duidelijk een nog veel groter avontuur. 2 Uur lang hobbelen we op deze weg, de kids genieten ervan… “dit kan ik nog wel ff volhouden zo”.   Langs de kant van de weg zijn rijen van huisjes die allemaal een fornuis voor aan hun huis hebben. Het is een lemen blok waar een gat in zit waar een vuurtje in gestookt wordt. Het is het type pizzaoven maar in dit geval wordt de bovenkant verwarmd om er potten op te zetten waar de vrouwen hun dagelijkse portie Dal Bhaat bereiden. De spanning in combinatie met de mooie uitzichten en leuke huisjes onderweg maken de rit eentje om nooit te vergeten.

Onze jeep rijdt ons een erf op waardoor we plots in een scene uit de middeleeuwen beland zijn. De eindbestemming van onze chauffeur en onze verblijfplaats voor de komende 3 nachten. Tharu20for7, een guesthouse in een Tharu-village. Hier leeft de Tharu-stam, een groep mensen uit de thar-woestijn in India die jaren geleden tijdens een oorlog tussen verschillende religies uit India gevlucht is en zich hier in Nepal, in het Chitwan national park gevestigd heeft. Een Belg heeft hier samen met de plaatselijke bevolking een guesthouse opgezet, Tharu20for7. Van alle 20 roepies die hier gespendeerd worden, gaat 7 roepies terug naar het dorp. Het dorpshoofd beheert de financiën en als bijvoorbeeld een gezin geen boeken voor de kinderen kan kopen of als er iemand naar het ziekenhuis moet die daar geen geld voor heeft, wordt de opbrengst van het guesthouse gebruikt. Het erf bestaat uit een verzameling van lemen huisjes, in het midden een stalletje van houten palen met een strooien dak. Er lopen geiten in allerlei kleuren en maten en een groepje eenden waggelt vrolijk langs de huizen. 7 Vrouwen staan met een mooi gekleurde sari op een rij voor het guesthouse om ons te verwelkomen. Een voor een lopen we langs de klappende vrouwen waarvan een ons een roze stip op ons voorhoofd geeft om ons te zegenen voor een mooi verblijf hier en een andere vrouw ons een klein, zelfgemaakt fleurig boeketje in onze handen legt. Specialer wordt het niet…. Wat een ervaringen. We nemen plaats op de veranda van ons eigen guesthouse en krijgen een glaasje mangosap aangeboden. We maken kennis met Sukram, de ietwat verlegen “beheerder” van het guesthouse. Hij zal ons de komende dagen voorzien van alle maaltijden en voor ons zorgen als we hulp nodig hebben. Daarnaast gaat hij samen met ons het programma samen stellen voor de komende dagen. Daarnaast worden we voorgesteld aan Vinzem en … , de twee goed Engels sprekende jongens van 18 en 19 jaar zullen ons de komende dagen begeleiden tijdens dit bijzondere verbljif.

Een lemen hutje van een meter of 8 breed, een veranda voor de deur met twee bankjes met een zacht kussen erop. Door een mooie houten deur komen we het guesthouse binnen. Een ruimte waar twee bedden in staan. Elk bed heeft een constructie van gehalveerde bamboehoutenstokken boven zich waar een blauwe klamboe aan bevestigd is om ons in de nacht te beschermen tegen de muggen. We lopen door een andere deur waar een tweepersoonsbed en nog een eenpersoonsbed staat. De vloeren bestaan uit gevlinderd beton. De badkamer is netjes. De verfrissende douche is prima, warm water kennen ze hier niet. 

Joop en ik zijn toe aan een powernap. Ondertussen worden de kids meegenomen voor een village-walk en maken ze kennis met de dieren die allemaal onderdeel uitmaken van het mooie tafereel wat Tharu-village heet. Het erf waar onze guesthouse staat, bestaat denk ik uit een huis of 8 waar een aantal families wonen. Ze leven als broers en zussen, hun kinderen worden door iedereen op sleeptouw genomen. Een klein meisje, waarvan we ons een hele tijd afgevraagd hebben of het een jongetje of een meisje was, heeft haar zinnen gezet op ons als gasten. Charmant trekt ze ieders aandacht en vooral Mats valt in de smaak.

Als we met z’n allen opnieuw de wandeling door het dorpje maken, worden we utigebrreid bijgepraat over de verschillende vogels die je hier ziet. We wandelen langs de oever van een rivier waar vijf kinderen met een zelfgemaakt net proberen om een vis te vangen. Een oudere man is ter plekke een net in elkaar aan het naaien om even later ook te water te gaan om zijn voorraad voedsel aan te vullen. Buffels lopen in het weiland langs de rivier. Terug in het dorpje is het tijd om te relaxen. Genieten van de dieren op het erf, Mats zou er wel willen wonen zegt hij.

We zijn uitgenodigd bij een familie voor het diner. Een vrouw met een wijde, aqua-blauwe broek en een gebloemde blouse straalt rust uit terwijl ze ons in haar eigen keuken welkom heet. In deze ruimte, van ongeveer 12 m2, staat tegen een wand het aanrecht met een gasfornuis erop. Boven het aanrecht tegels die je eerder in een koffietent zou verwachten met afbeeldingen van koffiekopjes met cappuccino. De muren zijn aqua blauw geverfd, alsof ze haar broek erop aangepast heeft. Tegen de korte muur staat een houten tafel met drie stoelen. Aan de andere, lange kant van de muur ligt een lang tapijt op de grond wat de hele breedte van de muur heeft en een 50 cm breed is. Het is een rood tapijt waar we allemaal in een rijtje langs elkaar op mogen gaan zitten. Voor ons worden zilveren borden, die meer op schalen lijken, neergezet. De vrouw komt eerst langs met rijst en schept bij iedereen een flinke lepel rijst op het bord. Daarna komt ze met een ketel met dunne, geelkleurige soep die langs de rijst op het bord geschonken wordt. Daarna volgen nog aparte pannen met aardappeltjes, spinazie en tomatenpickels. Van alles wordt een lepel langs de rijst in de soep gelegd. Het is de bedoeling dat we met de handen eten, die we eerst buiten haar keuken hebben moeten wassen. Bij wat rijst leg je wat aardappel, spinazie en tomaten en alles samen stop je samen in je mond. Onze Engels-sprekende gidsen zijn ook meegekomen en zij vermaken zich met onze onervaren pogingen om wat binnen te krijgen zonder dat alles onder zit. Mats en Jikke hebben de tactiek het eerste onder de knie, Pepijn heeft niets met eten uit een soort van voerbak zoals hij het noemt. De smaken zijn heerlijk en het privilége om dit op een authentieke Nepalese manier te eten maakt het extra lekker. We hebben op voorhand een kardemom-peul gekregen die we na het eten kunnen opeten om onze magen rust te geven. Verder wordt ons geadviseerd om niet direct op te staan omdat dit slecht is voor je buik. Hier nemen ze ruim de tijd om het eten te laten zakken. Terwijl we op de grond zitten, kletsen we na over deze bijzondere dag. Na het eten gaan we in de “bar” zitten die deel uitmaakt van het guesthouse, hier wordt het ontbijt en eventueel de lunch geserveerd. Vinsem heeft zijn gitaar tevoorschijn gehaald en zingt een aantal bekende liedjes. Natuurlijk blijft Joop niet achter om zijn kwaliteiten te laten horen. Het is een gezellig avond, de kinderen uit het dorp hangen nieuwsgierig om ons heen.

Ontbijten met een croissant met chocolade en mangosap. We moeten een bodem hebben want we zijn de heel dag onder de pannen vandaag. Om 7:30 komt een elektrische tuktuk ons ophalen voor onze jeeptour door het Chitwan National park. Hij brengt ons naar de rivier waar we met een kano oversteken naar het beschermde park. Vandaar staat er een jeep voor ons klaar. Het is een open laadbak waar negen stoelen bovenop staan. Aan de linkerzijde rijtjes van twee, aan de rechterzijde losse stoelen achter elkaar. Hier zullen we de komende 6 uur doorbrengen. Onze eigen Nepalese “Freek Vonk” vertelt ons alles over de flora en fauna in dit park en houdt nauwlettend de omgeving in de gaten in de hoop iets moois te spotten. Net onderweg steekt plots een wild zwijn paniekerig de weg over. Ze verdwijnt aan de andere kant in het hoge gras en roept van daaruit haar pasgeboren kind om ook over te steken. Een klein, dag of drie oud biggetje steekt onbeholpen de weg over. Zich nog van geen kwaad bewust, komt ze nieuwsgierig op onze jeep af. Ze neemt een badje in de plas die langs het wiel aan de rechterkant van de jeep ligt. Wauw, dit is een leuke binnenkomer.

Onderweg zien we vele vogels en spotted deer (herten). Soms lopen de herten in tweetallen en rennen geschrokken weg als we voorbij komen. Soms komen we hele groepen tegen. Terwijl we op de weg staan te wachten en de chauffeur de jeep uitgeschakeld heeft, springen meer dan 30 herten een voor een het pad over. Het is een hele familie van vaders, moeders en kinderen. Plotseling vertelt onze Freek dat hij een neushoorn gespot heeft, een moeder met haar kind badend in een plas aan de linkerkant van de jeep. Opgetogen vertellen we enthousiast tegen elkaar dat er een neushoorn zit, “kijk, kijk”… helaas zijn we iets te enthousiast. Een neushoorn is nagenoeg blind maar heeft een uitstekend gehoor en reuk-vermogen.  Geschrokken van ons enthousiasme komen ze uit het water en rennen snel het hoge gras in. Een hele tijd rijden we, zonder veel nieuwe dieren te zien. We geven de hoop al bijna op dat we nog een neushoorn gaan zien, stopt de jeep. Op drie meter rechts van de jeep staan we plotseling oog in oog met het grote, logge dier dat hier de bossen domineert. Wauw, wat een verschijning. Even vinden we het spannend want hij kijkt ons recht aan. Dan draait hij zich rustig om, loopt een stukje naar achteren en steekt op zijn gemak de weg over waar we net overheen gereden zijn. We zijn in onze nopjes en genieten van de tocht door het bebost, soms jungle-achtig gebied. De chauffeur heeft een leuk plekje bedacht voor onze lunch. Hij rijdt met zijn jeep een stukje door een rivier om aan de andere kant op een heuveltje, bij een verlaten hotel onze lunch te nuttigen. Vanuit Tharu is er voor de picknick gezorgd. Voor iedereen is er een pakketje van aluminiumfolie waar rijst met gebakken groenten in zit, wat we met de hand opeten. Een lekker stukje fruit sluit de maaltijd af. Opeens is er paniek, we moeten meteen vertrekken want vanwege het vele regenwater van afgelopen nacht, is het water plotseling hard aan het stijgen. In een kwartier tijd, is de rivier vol aan het lopen. De chauffeur twijfelt kort of hij aan kan rijden maar geeft dan gas. Na een meter staan we vast in het water, de cabine van de chauffeur vult zich langzaam met het snel stijgende water. Wij zitten boven gelukkig nog hoog en droog. Opnieuw geeft hij gas en slaagt erin om aan de overkant te komen. Even staat hij stil om het water uit de auto te laten lopen. De rest van de dag vervolgen we onze rit door het park en ook apen voegen zich bij onze lijst van dieren we hebben mogen spotten in dit prachtige park.

Joop zijn buik speelt weer op door het vele gehobbel. Hij besluit maar niet meer te eten en drinken in de hoop dat het er beter op wordt. Helaas is dit geen goed idee blijkt later, totaal futloos en uitgeput komt hij terug van de jeeptour. Pepijn en ik worden door Sukram achter op de motor meegenomen naar de plaatselijke huisarts. Een vriendelijke man staat ons te woord en vraagt wat de klachten zijn. Na ons relaas te hebben aangehoord, schrijft hij medicijnen voor. We krijgen ORS omdat hij denkt dat we aan het uitdrogen zijn. In eerste instantie wil hij dat Joop ook komt om hem aan het infuus te leggen, ik denk dat dit niet nodig is als ik Joop ervan kan overtuigen dat het belangrijk is dat hij de komende uren flink wat vocht en ORS tot zich neemt. Daarnaast krijgen we maagzuurremmers en lacto-bacterieën die thuis ook in Yakult zitten. Als ik Joop zover gekregen heb om een paar glazen ORS te drinken, knapt hij zienderogen op. We vragen of het een probleem is of we het eten vanavond in de “bar” eten in plaats van bij de gezinnen thuis, dit is geen enkel probleem.

De tweede dag starten we rustig op, we slapen uit en tanken bij. Joop en ik voelen ons helaas nog steeds futloos. Pepijn heeft wat minder last gelukkig en Mats en Jikke gaan als een trein. Ze genieten van de dieren op het erf en spelen rondom de huizen. In de middag gaan we per kano naar de Elephant-breeding centre. Krokodillen liggen op hun gemak langs de oevers. Hoewel ze wel gevaarlijk zijn voor mensen, hebben ze geen enkele interesse in ons omdat er hier voldoende voeding is om hun buik te vullen. Het is broedseizoen, ze liggen hun eieren uit te broeden. Bij het Elephant breeding centre staan olifanten onder grote overkappingen van golfplaten. De moeders staan vast aan een ketting omdat ze anders uit zouden breken. Hun kinderen blijven in de buurt en komen af en toe een kijkje nemen bij de bezoekers die op korte afstand kunnen komen. Iedere dag nemen de Mahuts de olifanten mee de jungle in. Ze mogen daar vrij grazen en rondlopen. De olifanten worden getraind in het centrum om ingezet te kunnen worden om met het leger het park in te gaan om de dieren te controleren en te controleren of er geen stropers in het park zijn. Ook vandaag de dag nog worden hier neushoorns en olifanten gedood voor het ivoor. De olifanten in dit centrum worden niet getraind om de toeristen de hele dag rond te rijden in het park. Dit gebeurd om andere plekken. De training van deze olifanten schijnt ook niet slecht te zijn alleen wordt er van deze olifanten te veel verwacht. 3 x Per dag moeten ze een meute toeristen rond rijden tegen heug en meug.

Ook vanavond staat er Dal Bhaat op het menu. Wederom bestaat de maaltijd uit exact dezelfde ingrediënten. We vragen ons even af of normaal toeristen hier maar een of twee dagen komen waardoor ze maar een soort maaltijd maken maar later blijkt dat Nepali dit iedere dag op deze manier eten. ‘sMorgens en ‘savonds, dag in dag uit, jaar in jaar uit… En dan mopperen sommigen thuis al als we dag erna nog een keer hetzelfde te eten als daags ervoor.

Twee vrouwen komen Jikke en mij ophalen om mee te gaan naar een grote woning, tegenover het erf waar wee verblijven. Ik stel me binnen voor dat het bij ons mam thuis vroeger zo was. Grote ruimtes met glimmende 50’er jaren  kasten, een bed met een gehaakte sprei. Een oude vrouw zit op een stoffen bankje met een naaisetje op haar schoot. Ze legt de laatste hand aan de jurken die we zo zullen gaan dragen voor een traditionele dansavond. Op het bed zit een meisje van 14 jaar. Ze vraagt Jikke te komen zitten om haar haar in te vlechten. In het laatste stuk wordt een rode staart meegevlochten, gemaakt van dik garen. Op haar vooorhoofd wordt een kettinkje van gouden bedeltjes bevestigd waarbij een klein sliertje voor richting neus hangt. We krijgen witte jurken aan, gemaakt van katoenen doeken. Vooraan een sliert van gekleurde stofjes die vrolijk op en neer wapperen. We worden gevraagd om met een dik kohl-potlood een zwarte streep onder onze ogen te maken en met een rode lippenstift onze lippen te stiften. Het jonge meisje vraagt ook mij plaats te nemen en gaat vervolgens mijn haar invlechten… grappig kan me niet heugen dat mijn dunne haartjes ooit ingevlochten zijn. Ook ik krijg dezelfde versieringen en jurk. Steeds meer vrouwen verzamelen zich bij het huis, allemaal in dezelfde jurk als ons. Om hun enkels dragen ze zilverkleurige kettinkjes waar allemaal belletjes in bevestigd zitten (pauju). Zo maken ze muziek terwijl ze met hun voeten dansen. We gaan allemaal terug naar het erf waar samen gedanst en gezongen wordt. Er is een grote kring gemaakt door vrouwen. Ze hebben twee “kampen” gemaakt die tegen elkaar opzingen. Hoewel we er geen woord van verstaan, horen we wel degelijk verschil intonatie en merken dat er ook grappige dingen gezongen worden want de vrouwen hebben de grootste lol. Na een tijdje is het gedaan en gaan we weer terug naar het huis om onze “feestkleding” uit te doen. Tevens het einde van ons bezoek aan het Tharudorp want daags erna zullen we weer vroeg vertrekken om weer op tijd de slechte weg over te zijn.

Als we om 7.00 ‘smorgens zover zijn om in de jeep te stappen om te vertrekken, merken we dat het halve dorp weer uitloopt. Opnieuw komen de vrouwen met bosjes bloemen naar ons toe en krijgen we een stip. We worden hiermee gezegend voor een goede rit. En gezegend voelen we ons zeker!!!!! Zwaaiend en klappend zien we de mannen en vrouwen uit het prachtige Tharu-dorp uit het zicht verdwijnen. 

1 Reactie

  1. Mariël:
    27 april 2017
    Wat een avontuur, hopelijk knappen jullie snel weer op!!!