Tibetaans vluchtelingenkamp

4 mei 2017 - Kathmandu, Nepal

Rami in office met glasseszwemmenzwemmen 2tibetaans kloostertibetaans klooster 2tibetaans kindjetibetaans dorptibetaanse vlaggen

Het ultieme vakantiegevoel… in de ochtend huren we een bootje om het meer van Pokhara (Phewa-Lake) op te gaan. Met de zon hoog boven de hemel en het fantastische uitzicht van de “heuvels” van Nepal om ons heen, is het niet moeilijk om de relax-stand aan te zetten. Rami is met ons meegegaan, gewoon omdat het gezellig is. Speciaal voor de gelegenheid heeft hij zijn (nep)- Rayban-zonnebril opgezet en helemaal het mannetje is hij klaar voor een ochtend ontspannen. We halen ontbijt bij de German Bakery om op de boot op te eten. Een waterboot, 2,5 bij 3 meter groot, overdekt met een zeil waarop reclame gemaakt wordt voor Kitkat. Aan drie zijden bankjes om op te zitten, in het midden een blok om spullen op te leggen met daarachter de twee zitplaatsen met trappers om met flinke trapbewegingen de boot het meer over te sturen.

Midden op het meer ligt een eilandje waarop ook weer een Hindoe-tempel (de Varahiti-tempel) is gevestigd. De tempel wordt ook wel gouden tempel genoemd. Het is een bedevaartsoord voor de Hindoes. De tempel is gewijd aan de godin Varahi, een incarnatie van Vishnu. Het is een relatief kleine tempel. Om naar binnen te gaan, ga je een aantal treden over een stenen trap omlaag. Als je van bovenaf in de tempel kunt spieken lijkt het meer op een keuken, witte hoogglanzende tegels bedekken de muren. Vooraan zit een priester met een schaal tika. Mensen offeren bloemen. Op de grond een beeld waarvan je je afvraagt wat het eigenlijk voor moet stellen. Het lijkt wel of het aangevreten is, of buitengewoon verweerd. Rode vlekken bestrijken het hele beeld, is dit ook van de tika-kleurstof? Zou het komen door alle pelgrims die hier op hun knieën gaan om met hun hoofd het beeld aan te raken. Ook wij maken een buiging om de godin Varahi aan te raken en ontvangen vervolgens van de hindoe-priester die bij de uitgang zit een tika op ons hoofd. Joop krijgt een bloemetje achter zijn oor gestoken en ik krijg een bloemetje boven op mijn hoofd gelegd. We zijn weer gezegend voor good luck.

We zetten onze trip voort het meer op en gaan stil liggen op een mooi plekje. Normale broeken worden verwisseld voor zwembroeken en dan is het tijd om te plonzen. Na enige aarzeling springen Joop en de kids erin. Ik bekijk het van een afstandje en geniet… We dobberen langs de rand van het meer in het ondiepe gedeelte. Ook Rami zit te relaxen, hij gaat niet zwemmen, heeft geen zwembroek bij zich en is te sjiek gekleed. Hij leunt achterover in zijn stoel, met zijn voeten rustend op de trappers. Als hij zijn petje achterwaarts af wil nemen, kijkt hij geschrokken achterom en horen we een ploep… dat was Rami´s `Rayban` zonnebril. Pepijn doet met zijn voeten nog verwoede pogingen om de ondergrond af te tasten om de bril te vinden. Onder water gaan om de bril te vinden is geen optie.  

Na de lunch zetten we voet op Tashi Palkhel, een van de drie, en tevens grootste Tibetaanse vluchtelingenkampen in Nepal. Hier wonen ongeveer 1000 Tibetanen die na de Chinese invasie in hun land (1950-1951) gevlucht zijn naar Nepal. Als we arriveren gaan we op zoek naar het klooster waar om 15.00 een gebedsdienst/meditatiedienst plaatsvindt die we bij willen wonen. We staan op een plein waar we uitzicht hebben op het klooster en op de school vanwaar we de Boeddhistische monniken hun liederen horen zingen. Een Tibetaanse man in trainingsbroek komt naar ons toe en vraagt waar we vandaan komen. Hij vertelt dat de gebedsdienst pas om 15.30 plaats vindt en dat hij ons in de tussentijd wel een rondleiding door het kamp wil geven. Zelf is de man hier geboren, zijn vader en opa ontvluchten Tibet nadat ze tegen China gevochten hadden. Alle Tibetanen die hier nu wonen in het kamp (wat eigenlijk meer een dorp is), hebben geen eigen Nationale identiteit. Na al die jaren bezitten ze nog steeds de vluchtelingenstatus. De man die ons rondleidt vertelt dat hij hier geboren is maar ook geen eigen nationaliteit heeft. Het nadeel hiervan is dat ze buiten hun eigen dorp nog steeds niet mogen werken. Hun inkomsten proberen ze te vergaren met het verkopen van souvenirs aan de bezoekers. Daarnaast staat er in het kamp een grote tapijtknoop-fabriek waar vele Tibetanen hun dagelijkse brood verdienen. Het dorp bestaat uit verschillende huisjes met golfplaten-daken. Het zijn erfjes omgeven door hekwerken waar je net overheen kunt kijken. Tussendoor kleine steegjes die het hele dorp doorkruisen. Overal zie je de vrolijk gekleurde gebedsvlaggetjes wapperen.

Het is bijna tijd voor de dienst dus gaan we terug naar het plein. De monniken zijn ondertussen uit school en hebben zich op de grote trap voor het gebouw geïnstalleerd. De mannen hebben allemaal kort geschoren zwart haar. Ze dragen bordeaux rode doeken om hun lichaam. Opvallend veel mannen dragen een bril met zwaar zwart montuur. Opvallend vind ik dat want in Nepal zelf zie je bijna niemand met een bril lopen. Heeft dit te maken met het precisiewerk dat de monniken doen om in een meditatie-toestand te komen. We hebben al op verschillende plekken de zeer gedetailleerde mandela’s gezien die door de monniken beschilderd worden. Wanneer het bijna tijd is voor de dienst, zien we de monniken een voor een naar binnen gaan in het klooster. Elke monnik die binnen gaat, slaat een keer met een slagstok op de grote gong die in het begin van het klooster staat, het zorgt voor een laag geluid wat nazoemt na de slag.  Het klooster is een grote ruimte met plafond en wanden voorzien van kleurrijke schilderingen. In het midden staan lange, lage banken waar de monniken in kleermakerszit op plaats hebben genomen. Langs de wanden op de grond liggen langwerpige kussens waarop de bezoekers plaats kunnen nemen. De dienst duurt volgens onze gids een uur maar je bent vrij om eerder te vertrekken. Er is geen plek voor ons vijfjes langs de muur waardoor we verspreid zitten. Jikke en Mats nemen plaats in het hoekje, Pepijn en Joop aan de andere kant en ik zit ergens middenin. De dienst begint met twee jongens die ritmisch op twee grote trommels slaan en al snel starten de Boeddhistische monniken met het opzeggen van vele mantra’s achter elkaar. Ze bestaan uit monotoom klinkend geprevel die afgewisseld worden met toeters en belletjes en ijzeren schelpjes die, als een soort bekkens tegen elkaar geslagen worden. De monniken maken tussendoor allerlei bewegingen met hun handen voor hun gezicht.  We vragen ons af of de afwisseling van de harde muziekinstrumenten in het lage geprevel, bedoeld zijn om ons wakker te houden. Er zit veel leeftijdsverschil in de monniken, het lijkt erop dat de ouderen en mogelijk wijzere monniken vooraan zitten. Voor ons zit een rijtje jonge jongens in kleermakerszit die denk ik in de leeftijd variëren van 8 tot 16. Zij geven elkaar langwerpige blaadjes waarop in Sanskriet allemaal gebeden staan. Het hele gebeuren heeft een rustgevend effect (zal ook vast de bedoeling zijn geweest van meditatie). Jikke en Mats vertrekken na een half uurtje, ze vonden het best raar en zeiden dat ze er slaap van kregen. Pepijn blijft nog een kwartiertje zitten. Na 70 minuten kijken Joop en ik elkaar aan omdat er geen einde lijkt te komen aan de aaneenschakeling van mantra’s. We verlaten de ruimte met weer een ervaring rijker.

Joop is in Katmandu ook even bij een dienst geweest maar daar ging het er veel heftiger aan toe. Er werd veel meer kabaal gemaakt en de mantra’s werden veel sneller opgelezen. Er zat maar een rij monniken, vooraan zat een jong manneke die tussendoor slokken van zijn fles coca-cola nam.

Onze taxi-chauffeur heeft op ons gewacht en komt informeren of we klaar zijn. Terwijl we naar zijn auto lopen, staat rechts een rij tafels achter elkaar waarop de vele souvenirs zijn uitgestald. Tapijten, fossielen, gebedsmolentjes, sierraden, beeldjes..  Look here, good price… Als je ook maar durft om je ogen op een armbandje te laten rusten, weet meteen de hele rij schijnbaar dat je interesse hebt in een armbandje. Hoewel de opdringerigheid niet onder doet voor onze ervaringen in India, hebben we er hier minder moeite mee. Zojuist hebben we begrepen dat dit een van de belangrijkste bronnen van inkomsten is. We kopen een paar kleine souvenirtjes en proberen zoveel mogelijk om de aankopen te verspreiden over de verschillende verkopers zodat ze allemaal iets hebben. Mijn eerste miskoop is een feit… een ring die voor mijn dunne vingers veel te grof is. Och, voor 2 euro kun je je nog eens vergissen.

Daags erna ontbijten we samen met Rami bij de German Bakery. We hebben een kadootje bij ons, ingepakt in een kleurplaat uit het kleurboek voor volwassenen wat we bij ons hebben. Nog voordat het geopend is, zegt Rami met zijn bekende glimlach op zijn gezicht: “New glassses? Good one?”. Als hij het pakketje uitgepakt heeft, zet hij zo blij als een kind zijn nieuwe replica op zijn neus. Later op de dag ontvangen we foto’s vanuit zijn kantoor….. hij leunt trots achterover in zijn grote office-stoel….. met zonnebril!

Foto’s